De Weko heeft in WekoWijzer 88 in 2002 aangegeven hoe er met gesjoemel met de Muiderberg moet worden omgegaan in relatie tot de regeling BSC (Bruine Sticker Conventies).
We herhalen eerst de essentie van het artikel uit 2002 van de toenmalige Wekosecretaris Frans Lejeune.
Uit vragen en reacties die wij uit het land ontvangen is ons gebleken er onduidelijkheid bestaat over wat wel en niet mag met conventies, waarbij met name de Muiderberg regelmatig genoemd wordt (het geldt mutatis mutandis voor zeer veel andere conventies ook, maar we beperken ons in dit artikel even tot de Muiderberg). Deze onduidelijkheid is er niet alleen bij spelers, maar ook bij veel wedstrijdleiders.
De huidige regeling [zowel in 2002 als in 2010 van kracht] is dat conventies toegestaan zijn als er bij de zwakke varianten een ankerkleur bekend is met een lengte van ten minste vier kaarten
Dat betekent in het geval van een Muiderberg
dat de geopende hoge kleur de ankerkleur is
(het belooft precies een vijfkaart) en dat er
dus geen sprake is van een BSC. Verder
wordt ten minste een vierkaart laag beloofd.
Bij dat tweede punt wringt de schoen. Het
komt bij veel paren met enige regelmaat voor
dat die vierkaart laag ontbreekt; dat maakt de
conventie echter nog steeds niet tot een BSC.
Wel is er sprake van verkeerde informatie (dit
is zo'ngeval dat we als wedstrijdleider nooit
het verhaal geloven dat dit de eerste keer is
dat deze afwijking voorkomt) en moet de wedstrijdleider
nagaan of de tegenstanders ten
gevolge van die verkeerde informatie benadeeld
zijn. Dat laatste zal niet snel het geval
zijn, maar het kan wel (als je als tegenstander
de handen daardoor denkt uit te kunnen tellen
en nu een 100%-snit denkt te hebben, kan het
zijn dat je daardoor onnodig een slag verliest).
Als een paar dit doet, behoort de wedstrijdleider
ze op te dragen hun systeemkaart aan te
passen; de term Muiderberg moet dan van de
systeemkaart en het paar moet precies aangeven
wat ze wel afgesproken hebben, bijvoorbeeld
dat het een driekaart of langer in de
andere hoge kleur ontkent (dat is een zinvolle
afspraak om te kunnen beoordelen of uitnemen
wel zo handig is en is wat vaak impliciet
gespeeld wordt).
Het geeft geen pas om dergelijke afspraken te
verbieden of spellen te annuleren als een dergelijke
opening gehanteerd is, hoewel op de
systeemkaart Muiderberg vermeld stond. Als
u als wedstrijdleider de indruk heeft dat min of
meer bewust onvolledige informatie gegeven
wordt, kan straf wel aan de orde zijn, maar
onze ervaring is dat het zeker op clubniveau
veeleer een kwestie van onvoldoende bridgekennis
is waardoor bij het invullen van de
systeemkaart niet alle consequenties overzien
worden. Bovendien dekt "Muiderberg" in meer
dan 90% van de gevallen de lading en de
werkelijke afspraak is toch veel lastiger correct
op de systeemkaart te vermelden.
Het gaat uiteindelijk om het strijden met open
vizier en dat zouden alle spelers van nature
moeten willen en moeten doen. En bij die
spelers waar het dan toch een keer mis gaat,
is meestal een klein zetje van de wedstrijdleider
in de goede richting voldoende. Als dat
niet helpt en de betreffende speler maakt zich
bij herhaling aan deze overtreding schuldig,
kan natuurlijk altijd nog een corrigerende straf
gegeven worden
Tot slot willen we twee punten benadrukken:
olledige uitleg, zowel op de systeemkaart als middels het alerteren als bij het geven van een mondelinge toelichting is en blijft essentieel.
conventies waarvan op enigerlei afgewekenwordt van de standaard maar waarbij de afwijking binnen de gangbare regelingen nog steeds is toegestaan, behoren niet verboden te worden of standaard aangepakt te worden met kunstmatige arbitrale scores en/of straffen; het betreft dan in principe onjuiste uitleg (tenzij er overduidelijk sprake is van een echte psyche) en op basis daarvan moet de wedstrijdleider een beslissing nemen.
Tot zover Frans' artikel uit 2002. Ter aanvulling
nog het volgende. Het gaat er bij dit soort
situaties om wat de werkelijke afspraak is. Die
moet correct op de systeemkaart staan en die
moet correct worden uitgelegd. Je hebt vervolgens
wel het recht te blijven 'bridgen' en
dus kaartwaardering toe te passen. Als iemand
een keer een Muiderberg opent met
H108xx, xx, xxx, HVx omdat hij vindt
dat dat zijn kaart het beste omschrijft dan is er
niet meteen sprake van onjuiste uitleg. Artikel
40C1 van de spelregels mogen we niet buiten
werking stellen. Daarnaast staat onder punt 3
van de regeling BSC dat er sprake is van een
BSC als een "zwakke" opening op twee- of
drieniveau twee kleuren belooft (zoals bij de
Muiderberg) maar volgens afspraak gedaan
kan worden met drie of minder kaarten in één
van de kleuren. Het gaat hier om het begrip
afspraak, die ook impliciet kan zijn. Als in een
partnership voortdurend een Muiderberg wordt
geboden met een driekaart laag weet partner
dat ook. In artikel 40C1 van de spelregels staat
het heel helder: Herhaalde afwijkingen leiden
tot impliciete afspraken, die dan deel uitmaken
van de methoden van het partnership.
Zoals Frans al schreef, is het moeilijk voor een
WL vast te stellen of er in zulke gevallen sprake
is van een impliciet andere afspraak dan
Muiderberg (het te pas en te onpas sjoemelen
met de aangegeven vereisten), in welk geval er
sprake is van onjuiste uitleg. Dat probleem
wordt niet opgelost door per definitie te stellen
dat er onjuist is uitgelegd als er geen vierkaart
laag aanwezig is of de hoge kleur niet precies
een vijfkaart is. Je ziet dan dat spelers om problemen
met de arbiter te voorkomen in plaats
van Muiderberg op hun systeemkaart gaan
zetten 'zwak, vanaf een vijfkaart'. Maar als dat
in de praktijk vrijwel altijd een gewone Muiderberg
is dan is dat in feite een onjuiste voorstelling
van zaken. Immers, degenen die het spelen
weten dan meer van het karakter van de
kaart dan de tegenspelers. En geen WL die
daar zo snel achter komt.
Het probleem met het vaststellen van de werkelijke
afspraak geldt ook het 2SA-antwoord op
de Muiderbergopening. Maar al te vaak wordt
dat gebruikt als relay zonder dat men mancheinteresse
heeft. Dat mag je zo spelen maar dan
moet wel duidelijk op de systeemkaart staan
dat 2SA alleen maar naar de vierkaart laag
vraagt en geen manche-interesse belooft. Ook
hier geldt weer dat het ook niet omgekeerd
moet zijn: feitelijk 2SA wel als manche-interesse
spelen maar ter voorkomen van problemen
als iemand een keer wat licht geboden heeft
dat niet zo op de systeemkaart zetten en uitleggen.
Dan nog iets over het begrip psyche. In de spelregels staat bij de definities:
Psychologische bieding:
Een bieding die een grove misleiding betreffende
honneurkracht of lengte in een kleur beoogt.
Het hebben van een driekaart in plaats van een
vierkaart of een puntje meer of minder dan op
de systeemkaart staat is dus per definitie geen
psyche.
De conclusies:
Als de WL van oordeel is dat de afspraken correct zijn weergegeven en uitgelegd, is er geen overtreding. Het verhaal van de spelers en de hand van de vermeende overtreder geven vaak wel houvast. Met H108xx, xx, xxx, HVx heb je een sterk verhaal, met V8xxx, Ax, xxx, Bxx niet.
Wie voortdurend met driekaartjes laag een Muiderberg opent, gebruikt een BSC en dat zal meestal niet toegestaan zijn.
Wees als WL op uw hoede voor spelers die op de systeemkaart hebben staan dat een 2- en/of 2-opening zwak is, vanaf een vijfkaart en vanaf nul punten. Als daar verder niks bijstaat, is er sprake van onvolledige uitleg. De spelers weten in elk geval impliciet meer dan dat.